 |
|
 |
Behalve het kiezen van een juiste hypotheekvorm zijn er ook nog diverse
rentevormen. Ook dit is een zeer belangrijke keuze bij het afsluiten
van uw hypotheek. Er kan gekozen worden tussen een variabele rente of
een vaste rente. Naast deze mogelijkheden zijn er ook nog tussenvormen
zoals: de instaprente/startrente of de comfort- of balansrente.
|
|
|
|
 |
Deze
rente kan op ieder ogenblik door de geldverstrekker gewijzigd worden.
Deze rente is gekoppeld aan de geldmarkt of kapitaalmarkt. Gaat het
tarief van deze markten omhoog of omlaag, dan wijzigingen ook de
tarieven van de hypotheken welke met variabele rente zijn afgesloten.
Kiest u voor deze rentevorm, dan dient u er rekening mee te houden dat
uw maandlasten ook variabel zijn !
|
|
|
|
 |
Bij
een vaste rente blijft het rentepercentage voor een afgesproken periode
ongewijzigd, bijvoorbeeld voor 5, 10, 15, 20 of zelfs 30 jaar. Na
afloop van deze periode kan gekozen worden voor een nieuwe rentevaste
periode of eventueel voor een variabele rente. Over het algemeen zijn
vaste rentes hoger dan variabele rentes, dit komt doordat er een stuk
zekerheid wordt gekocht.
|
|
|
|
 |
Deze
rente is meestal een lage rente welke één, soms twee jaar geldt.
Tijdens deze periode kan men de rente kosteloos omzetten naar een
aantal andere renteperiodes. Over het algemeen wordt deze vorm alleen
aangegaan bij het sluiten van een nieuwe hypotheek. Een startrente is
interessant als de rente laag is, maar volgens de verwachting nog
verder zal dalen. U kunt dan tijdens de afgesproken periode nog
profiteren van eventuele rentedalingen. Let bij deze vorm wel op… deze
aanbiedingen zijn vaak minder aantrekkelijk dan ze lijken.
|
|
|
|
 |
Deze
rentevormen zijn een mengeling tussen een variabele en een vaste rente.
De effecten van rentedalingen en stijgingen worden gedurende een
afgesproken termijn gedeeltelijk doorgevoerd (afhankelijk van het
percentage van de bandbreedte). Bijvoorbeeld: het afgesproken
rentepercentage is 7,5%, de bandbreedte is 1%. Stijgt of daalt de
hypotheekrente minder dan 1% dan gebeurt er niets. Stijgt de
hypotheekrente bijvoorbeeld met 3% dan stijgt uw rente met 2% (3% minus
de bandbreedte van 1%). Ditzelfde gebeurt ook bij rentedalingen.
Hoe
de rente zich de komende jaren zal ontwikkelen is moeilijk te
voorspellen. Er zijn diverse economische factoren, die van invloed zijn
op de hypotheekrente, waardoor een betrouwbare voorspelling voor de
lange duur niet mogelijk is.
|
|
|
|
 |
|
|